MENU
FR
Mededeling Euro Meat Group
13-02-2013

Naar aanleiding van de berichten die in de pers zijn verschenen omtrent een gerechtelijk onderzoek rond mogelijke vervalsing van paardenpaspoorten en de slachting van paarden die niet geschikt waren voor menselijke consumptie, melden Euro Meat Group (slachthuis Moeskroen) en Flanders Meat Group (slachthuizen Lar, Zele en Dendermonde) het volgende:

  • De paardenhandelaar uit Neufchâteau waarvan melding wordt gemaakt in de pers is geen leverancier van EMG/FLMG.
  • EMG/FLMG is niet betrokken in het gerechtelijk onderzoek van het parket van Neufchâteau.
  • Als grootste Belgische paardenslachthuis (ruim 90% van de paardenslachtingen in België) hanteert EMG/FLMG de strengste eisen inzake kwaliteitscontrole, voedselveiligheid, hygiëne, dierenwelzijn en respect voor het milieu.
  • EMG/FLMG veroordeelt de frauduleuze praktijken waarvan sprake is in de pers en wenst zich met klem te distantiëren van dergelijke praktijken.
  • Binnen EMG/FLMG speelt voedselveiligheid een centrale rol in alle stappen van het slachtproces. Het bedrijf legt de lat inzake voedselveiligheid bijzonder hoog en stelt de interne kwaliteitscontroles voortdurend in vraag. Iedere medewerker van het slachthuis moet zich strikt houden aan strenge voorschriften. De aandacht voor veiligheid, hygiëne en dierenwelzijn mag nooit verslappen. Het bedrijf behaalde in dit kader dan ook het Comeos Food High Level Certificaat en het Certificaat voor Autocontrole.
  • Specifiek voor het slachten van paarden worden volgende strenge procedures gevolgd:
    1. Bij elk paard dat wordt aangevoerd voor slachting wordt de microchip (*) uitgelezen en het paspoort met medische bijlagen (vaccinaties, gezondheidsonderzoeken uitgevoerd inlaboratoria, medische behandelingen, …) op hun echtheid en conformiteit gecontroleerd, zowel door het slachthuis als door het FAVV.

      Vervalsingen of manipulaties van paspoorten van paarden worden door de interne diensten van EMG/FLMG gemeld aan het Federaal Voedselagentschap.

      (*) In het kader van de veiligheid van de voedselketen wordt volgens de Belgische wetgeving elk paard vanaf zijn geboorte beschouwd als een voedselproducerend dier dat op elk ogenblik in de voedselketen terecht kan komen. Teneinde de bescherming van de volksgezondheid te garanderen en de traceerbaarheid van het paard te kunnen garanderen is elk paard verplicht geïdentificeerd door middel van: (1) een paspoort, (2) een microchip, (3) een mutatiedocument en (4) een encodering in de centrale gegevensbank beheerd door de Belgische Confederatie van het Paard. Laatstgenoemde geeft uitsluiting of het dier daadwerkelijk al dan niet bestemd is voor de slacht, en is een extra controle om net fraude in paardenpaspoorten tegen te gaan.
       
    2. Na strenge controle van de documenten wordt het paard dus ofwel toegelaten voor menselijke consumptie en in dat geval onder controle van een dierenarts van het Federaal Voedselagentschap geslacht ofwel – in het geval het niet toegelaten is voor menselijke consumptie - verplicht op kosten van de aanvoerder vernietigd. De regel is dat elk paard dat wordt aangevoerd nooit levend het slachthuis mag verlaten. De dierenarts van het FAVV die aanwezig is in het slachthuis voert ook nog een onderzoek ante mortem uit (o.a. controleren van de begeleidingsdocumenten en van de gezondheidscertificaten, uitvoeren van het gezondheidsonderzoek ante mortem, opsporen van besmettelijke dierziekten) en neemt uiteindelijk een beslissing tot al dan niet laten slachten.
       
    3. In geval het paard voor slachting wordt goedgekeurd, gebeurt de slachting onder controle van een dierenarts van het FAVV. De microchip van het paard wordt na slachting opnieuw uitgelezen en verwijderd zodat het in geen geval kan worden ingepland in een ander paard. Op het einde van elke slachtdag worden alle microchips verzameld en officieel aan het FAVV overhandigd ter destructie.
       
    4. Na het slachten gebeurt zowel door de interne diensten van EMG als door de dierenarts van het FAVV een controle en keuring post mortem en worden in bepaalde gevallen monsters afgenomen voor analyse door het FAVV.

Voor verdere vragen kan u contact opnemen met :
Dr. Luk Van Esbroeck, Algemeen directeur
Mail luk@euromeatgroup.be
Tel. +32 56 58 52 20
Mob. +32 479 09 65 03